Wat houdt een condenserende cv-ketel in?

condens dame spiegel

De term "condenseren" wordt hier gebruikt omdat net als bij andere processen, een damp waarin een verdampte vloeistof zich bevind, weer terugkeert naar de vloeibare vorm zodra dit gas in contact komt met een koud voorwerp. Technisch gesproken: zodra de temperatuur van het gas daalt tot de dauwpunt van dat gas. Door de afvalgassen van de cv-brander te condenseren kan een veel energie bespaard worden.

Wanneer je een fluitketel op zet waarin koud water opgewarmd wordt, zal je in de eerste seconden kunnen waarnemen dat langs de zijkant van de fluitketel, tot op de hoogte waar het water in de fluitketel zit, waardoor de buitenkant van de ketel dus relatief koud is, zich waterdruppels vormen. Hier vindt condensatie plaats van de waterdamp die in de afvalgassen zitten van het verbrande gas.

Wanneer je vloeibaar water wil laten verdampen, zal je dit warm moeten maken. Je voegt feitelijk warmte toe waardoor het water over gaat van een vloeibare vorm naar een gasvorm. Wanneer je vervolgens weer de lucht waarin dit water zich bevindt als waterdamp laat afkoelen, en wel tot een punt dat de temperatuur komt tot op of onder het dauwpunt, zal de waterdamp weer omgezet worden naar vloeibaar water. De energie die je in eerste instantie toegevoegd had om het vloeibare water te laten verdampen komt bij de condensatie weer vrij. Het (koele) oppervlakte waar de waterdamp langs gaat en condenseert zal warmer worden. Alleen als je dit oppervlakte af blijft koelen zal je de energie uit de waterdamp kunnen terugwinnen.

Bij een condenserende ketel/gasbrander wordt het koele oppervlak gevormd door buizen waarin relatief koel cv-water door stroomt. Dit water is het water in de "retourleiding" van de cv-installatie. Dat is dus het cv-water wat zijn warmte heeft afgegeven aan de radiatoren en afgekoeld weer terugstroomt naar de cv-ketel.

Zolang de temperatuur van dit cv-retourwater onder het dauwpunt / condensatiepunt van gas komt, en dat is bij aardgas 58,6° Celsius. Een voorwaarde voor het optimaal benutten van de energiebesparende mogelijkheid van condenserende HR ketels is dus dat de cv-retourleiding water bevat die onder deze 58,6 ° Celsius ligt.

Traditionele cv-installaties werkten met een 90/70° "regime". Dit houdt in dat de aanvoertemperatuur van het water wat uit de cv-ketel komt en naar de radiatoren wordt gestuurd een temperatuur heeft van 90° Celsius. De radiatoren zijn zo gedimensioneerd dat het water zo'n 20 graden afkoelt tijdens het passeren van de radiator. De cv-water retourtemperatuur is dan 70° Celsius.

Bij een 90/70 regime zal het afvalgas nooit onder de dauwpunt komen van 58,6° Celsius. CV-installaties die op een 90/70 regime zijn ingesteld zullen dus meer energie verbruiken dan nodig is omdat de warmteterugwinning door condensatie niet plaatsvindt.

De installateur, en als die het niet doet, de eigenaar van de cv-ketel, doet er dus verstandig aan om het regime terug te brengen tot 70/50 of nog lager. Dit is eenvoudig in te stellen. Minimaal kan dit ingesteld worden op de cv-ketel of bij gebruik van een moderne thermostaat is dit zelfs vanuit de huiskamer instelbaar.

CV=installaties met zo'n verlaagde watertemperatuur noemt men LTV installaties. LTV staat voor Lage Temperatuur Verwarming. Het verlagen van de watertemperatuur heeft wel gevolgen voor de radiatoren. Lees meer over LTV installaties.


Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie

home­